Vakantiegeld uitstellen
Een werkgever mag de betaling van het vakantiegeld niet zomaar uitstellen. Het is wel mogelijk om schriftelijk een ander moment van uitbetaling af te spreken. Dat kan bijvoorbeeld handig zijn als de werkgever (tijdelijke) betalingsproblemen heeft, hetgeen voor diverse werkgevers nu het geval is. Werkgever en werknemer dienen dus duidelijke afspraken met elkaar te maken wanneer het vakantiegeld overgemaakt wordt.
Dat kan, zoals meestal gebruikelijk is, in de maand mei zijn, maar het mag bijvoorbeeld ook in een andere maand, of in termijnen uitbetaald worden. Zolang het totale bedrag maar binnen de afgesproken termijn op de rekening van de werknemer staat.
Ook bij ziekte ontvangt een werknemer vakantiegeld
Het vakantiegeld wordt berekend over het brutoloon. Wanneer iemand in loondienst werkt, betaalt de werkgever het salaris gewoon door in geval van ziekte, vanwege de loondoorbetalingsplicht van twee jaar. Ook in dat geval blijft de werknemer dus vakantiegeld opbouwen.
Het kan wel zo zijn dat de werknemer bij langdurige ziekte bijvoorbeeld maar 70 procent van zijn brutosalaris krijgt uitbetaald. Daarmee is het brutosalaris gewijzigd, wat vervolgens effect heeft op het totale bedrag aan vakantiegeld. Dan ontvangt de werknemer dus ook alleen over die 70 procent van het salaris vakantiegeld.
Ook overwerk telt mee voor vakantiegeld
De hoogte van het vakantiegeld wordt berekend over het loon dat is verdiend in het afgelopen jaar. Andere betalingen, zoals winstuitkering en eindejaarsuitkering, tellen niet mee voor de berekening van het vakantiegeld. Maar wat gebeurt er wanneer iemand regelmatig overwerkt en die uren ook krijgt uitbetaald?
Sinds 2018 moeten werkgevers voor overwerk ook gemiddeld het minimumloon betalen. Dit betekent dat zij dus vakantiegeld over deze extra uren moet betalen. Het vakantiegeld wordt berekend over de volle waarde van de overuren, en dus ook over de eventuele overwerktoeslag.