De komst van een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor de ruim 1 miljoen ZZP’ers was al afgesproken in het pensioenakkoord. En nu hebben de sociale partners een akkoord op hoofdlijnen bereikt over de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) voor ZZP’ers.
Een van de hoofdlijnen in dit akkoord is het maximaal bruto maandelijks inkomen. Om de aov voor zelfstandigen betaalbaar te houden, wordt de uitkering voor ZZP’ers maximaal € 1650 bruto per maand. De premie wordt inkomensafhankelijk en zal naar verwachting maximaal € 200 bruto per maand bedragen, afhankelijk van het bruto-jaarinkomen. Daarnaast hangt de hoogte van de premie af van de wachttijd, de periode die een zzp’er zelf moet zien te overbruggen zonder inkomen. Men kan kiezen uit een wachttijd van een halfjaar, één jaar of twee jaar. Zelfstandigen gebruiken hiervoor bijvoorbeeld een broodfonds, eigen vermogen of een aparte verzekering. Bij twee jaar zal de premie lager uitvallen. Zelfstandigen die niet kiezen, krijgen een standaard wachttijd van een jaar. En zzp’ers die al een dergelijke verzekering hebben, kunnen een vrijstelling krijgen. Naar verwachting gaat de nieuwe verzekering rond 2024 in en wordt die door UWV uitgevoerd. Alle zelfstandigen zijn dan tot aan de AOW-leeftijd verplicht verzekerd.
De komende periode raadplegen de sociale partners hun achterban. Daarna gaat men zo spoedig mogelijk met minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken in gesprek.
Wat vinden ZZP-organisaties
Een verplichte aov voor zzp’ers vermindert de oneigenlijke concurrentie met werknemers op de arbeidsvoorwaarden, zo betogen de sociale partners. Maar Zzp-organisaties zijn het hier niet mee eens. Zij hebben zich verzet tegen de plannen voor een verplichte aov. Ze willen een verplichte aov voor alle werkenden, niet alleen voor zzp’ers, en met een nominale premie en geen uitkering op wettelijk minimumniveau.