Het kabinet neemt ten aanzien van de economische impact van het coronavirus een aantal maatregelen die nu al actief zijn en maatregelen die op korte termijn worden genomen. Hieronder een opsomming van die maatregelen.
- Werktijdverkorting en mogelijke opschaling
Bedrijven die getroffen worden door de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus en aan alle voorwaarden voldoen, kunnen in aanmerking komen voor de huidige regeling werktijdverkorting.
Werktijdverkorting is een bestaande regeling waar bedrijven een beroep op kunnen doen die door een calamiteit tijdelijk een verlies van werkuren hebben. Met andere woorden: er is tijdelijk geen werk meer voor (een deel) van het personeel door omstandigheden die buiten het normale ondernemersrisico vallen. Deze calamiteit moet ten minste twee weken en maximaal 24 weken voor werkuitval zorgen. Ook moet er voor minstens twintig procent van het personeel geen werk meer zijn. Voor dat deel van het personeel kunnen werkgevers dan een beroep doen op de werkloosheidsuitkering (WW). De medewerkers om wie het gaat, spreken dan hun WW-rechten aan. Ze moeten daarom wel WW-rechten hebben opgebouwd.
Zzp’ers kunnen, omdat zij geen personeel in dienst hebben, geen beroep doen op de regeling voor werktijdverkorting. Zzp’ers die door de uitbraak van het coronavirus in de problemen komen, kunnen een beroep doen op het Bbz (Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004) wanneer zij aan de voorwaarden voor deze regeling voldoen. Het Bbz wordt uitgevoerd door gemeenten. Zzp’ers die een beroep willen doen op het Bbz wenden zich tot de gemeente waar zij staan ingeschreven.
- Verruiming van de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)
Banken en andere financiers kunnen bedrijven helpen door tijdelijke verstrekking van een overbruggingskrediet of een ophoging van het Rekening Courantkrediet. Ook opschorting van aflossingen van bestaande kredietlijnen is een mogelijkheid die financiers zelf kunnen treffen. De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (EZK) streeft er daarom naar om per eind maart met een tijdelijke verruiming van de BMKB de risico’s te beperken, zodat bedrijven met een gezond toekomstperspectief gefinancierd kunnen blijven. Met de BMKB staat de overheid voor een deel borg voor bedrijven die een lening willen afsluiten, maar die aan de betrokken financier (met name banken) niet genoeg zekerheden kunnen bieden. De bedrijven die worden geraakt door de gevolgen van het coronavirus en daardoor in liquiditeitsproblemen komen, kunnen tijdelijk rekenen op extra gunstige voorwaarden onder de BMKB. Er komt een nieuwe tijdelijke (geldig tot 1 april 2021) maatregel – die voor de brede doelgroep mkb-bedrijven zal worden ingezet – waarmee de Staat een hoger garantieaandeel aanbiedt in de BMKB. In de huidige regeling betreft het borgstellingskrediet 50% van het krediet dat de financier verstrekt. De borg van de overheid bedraagt 90% van dit borgstellingskrediet.
- Fiscaliteit
Om ervoor te zorgen dat ondernemers liquiditeitsproblemen het hoofd kunnen bieden, is er de mogelijkheid tot het verzoek om bijzonder uitstel van betaling in de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonbelasting. De Belastingdienst zal uitstel van betaling verlenen als de ondernemer schriftelijk motiveert dat hij door de coronacrisis in de problemen is gekomen. Zodra het verzoek om uitstel bij de Belastingdienst binnen is, zet de Belastingdienst de invordering stil. Individuele beoordeling van het verzoek vindt later plaats. De gebruikelijke vereisten voor het verlenen van uitstel blijven gelden. Om ondernemers tegemoet te komen zal de Belastingdienst de komende tijd een verzuimboete voor het niet (tijdig) betalen achterwege laten of terugdraaien. De behandeling van verzoeken om uitstel moet handmatig plaatsvinden, zodat behandeltijden kunnen oplopen indien veel verzoeken binnenkomen. Daarnaast betalen ondernemers nu belasting op basis van een voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Ondernemers die een lagere winst verwachten door de coronacrisis kunnen een verzoek indienen voor een verlaging van de voorlopige aanslag, zodat ze meteen minder belasting gaan betalen. Deze verzoeken zullen door de Belastingdienst worden ingewilligd.