Je bekijkt nu Minister beantwoordt Kamervragen over NOW regeling april 2020

Minister beantwoordt Kamervragen over NOW regeling april 2020

Met de NOW worden bedrijven die dat nodig hebben tegemoetgekomen in hun loonkosten. De Minister geeft nadere uitleg bij Kamervragen.

Payrollwerkgevers

Arbeidskrachten die aan het werk zijn via een payrollbedrijf lijken tussen wal en schip te vallen omdat de inlener omzetverlies heeft, maar niet de werkgever is en de payrollwerkgever geen of nauwelijks omzetverlies heeft. Payrollwerkgevers kunnen, als zij aan de voorwaarden voldoen, via de NOW een tegemoetkoming aanvragen en worden gecompenseerd voor de loonkosten van de mensen die bij hen in dienst zijn. Voor payrollwerkgevers gelden dezelfde voorwaarden als voor andere werkgevers, waaronder een omzetverlies van ten minste 20%.

Seizoensarbeid

De NOW is een generieke maatregel die niet specifiek is toegesneden op bijzondere omstandigheden als seizoenswerk. Voor een dergelijke generieke maatregel is gekozen om snelle invoering mogelijk te maken en de regeling voor een ieder zo eenvoudig mogelijk te houden. De NOW is bedoeld voor een zeer groot aantal ondernemers. Dit aantal kent een grote diversiteit in soorten, samenstellingen en sectoren van bedrijven. Deze elementen maken dat er niet altijd ruimte is om rekening te houden met bedrijfsspecifieke kenmerken of om gedetailleerde voorwaarden te stellen.

Omzetverlies niet tussentijds bijstellen

Op het moment dat een werkgever een aanvraag doet voor subsidie op grond van de NOW moet hij zijn geschatte omzetdaling doorgeven. Vervolgens beschikt UWV op die aanvraag. Lopende de subsidieperiode kan het omzetverlies niet tussentijds bijgesteld worden.

Definitieve vaststelling
Bij de definitieve vaststelling is duidelijkheid over de daadwerkelijke omzetdaling, waarover de werkgever een bewijs moet meesturen. Wanneer de subsidie, na afloop van de subsidieperiode, wordt vastgesteld zal het UWV dan ook op basis van de daadwerkelijk gerealiseerde omzetdaling overgaan tot nabetaling of zal de aanvrager een gedeelte van het subsidiebedrag, of het gehele bedrag als de omzetdaling lager is dan 20%, terug moeten betalen. Overigens kan de werkgever zijn aanvraag tot en met 31 mei doen. Wie het moeilijk vindt om een schatting te doen, kan tot die datum wachten.

Flexibel contract

De NOW is ook van toepassing op de loonkosten voor werknemers waarvoor de werkgever geen loondoorbetalingsplicht heeft. Denk bijvoorbeeld aan werknemers met een oproepcontract of een flexibel contract, mits zij in dienst blijven gedurende de aanvraagperiode. Werkgevers kunnen dus ook werknemers met flexibele contracten met behulp van de tegemoetkoming in de loonkosten in dienst houden. Ditzelfde geldt voor uitzendbureaus die uitzendkrachten in dienst hebben en houden.

Concernbeginsel

De keuze is gemaakt om de omzetdaling op concernniveau te bepalen. Voor concerns met Nederlandse en buitenlandse dochters geldt dat zij niet de omzetdaling moeten meetellen van de rechtspersonen in de groep die geen Nederlands SV-loon hebben. Achtergrond voor de keuze van concernbeginsel is dat op dat niveau de omzetdaling en de inzet van personeel in het gehele concern samenvalt. Onder het concern vallen alle entiteiten die omzet genereren en/of waar de werknemers in dienst zijn. Daarnaast is het aantrekkelijk omdat hier zoveel als mogelijk wordt aangesloten bij de bestaande controleplicht in het jaarrekeningenrecht, en beperkt het de mogelijkheden tot strategisch gedrag tussen de entiteiten binnen het concern. Dit kan er inderdaad toe leiden dat sommige werkmaatschappijen met een forse omzetdaling geen subsidie krijgen, omdat andere onderdelen van het concern wel goed blijven draaien.

Het is mogelijk dat concerns die niet minstens 20% omzetdaling op concernniveau hebben ook besluiten tot ontslagen overgaan bij de onderdelen die minder goed lopen of stil zijn gevallen. Met het oog op meer werkbehoud zou daarom gekozen kunnen worden om deze werkmaatschappijen wel in aanmerking te laten komen voor de NOW. Hieraan zouden evenwel een aantal nadelen verbonden zijn. Alles afwegende heeft de minister hier niet  voor gekozen.

Geen hardheidsclausule
Indien er alsnog voor gekozen zou worden om vaststelling van omzetverlies op het niveau van werkmaatschappij mogelijk te maken, zal dat niet kunnen in de vorm van een formele hardheidsclausule. Een hardheidsclausule is past niet bij de randvoorwaarden van de regeling.

Voor Nederlandse onderdelen
Overigens geldt het criterium van omzetverlies alleen voor de Nederlandse onderdelen van het concern en buitenlandse onderdelen die werknemers in dienst hebben die in Nederland sociaal verzekerd zijn. Een bedrijf hoeft dus niet zijn buitenlandse dochters mee te tellen die qua personeelsbestand geen relatie hebben met Nederland.

Facturen

Om een beroep op de regeling te kunnen doen moet een werkgever, ook een payrollwerkgever, te maken hebben met omzetverlies. Indien er gefactureerd wordt, doordat het contract met de onderneming waar de werknemers werk verrichten doorloopt, is er geen sprake van omzetverlies. Er wordt hierbij geen rekening gehouden met een eventuele betalingstermijn van een factuur of met problemen met het innen van deze facturen. Het payrollbedrijf zal dan ook afspraken moeten maken over de wijze van betaling van deze facturen of het stopzetten van contracten. Deze regeling beoogt namelijk geen liquiditeitsproblemen op te lossen, maar werkgevers die omzetdaling hebben te compenseren.

Collegiale uitleen

Het is mogelijk dat werkgevers die normaal veel werk hebben, maar van wie het personeel nu thuis zit, werknemers aan een andere werkgever uitlenen. Als dat bij wijze van hulpbetoon, zonder winstoogmerk gebeurt, is er sprake van collegiale uitleen. Hiervan is sprake als slechts de loonkosten plus een kleine opslag in rekening worden gebracht. Collegiale uitleen kan bijdragen aan het voorkomen van tekorten in andere sectoren en werkgevers kunnen daarmee hun omzetverlies beperken.

De vergoeding heeft natuurlijk wel gevolgen voor de omzetdaling en daarom kan dit gevolgen hebben voor het recht op en/of hoogte van de NOW. Voor detachering of andere uitleen-/inleenconstructies geldt de Wet allocatie arbeidskrachten bij intermediairs (Waadi). In dat geval gelden er daardoor een aantal overige voorwaarden, waaronder de loonverhoudingsvorm en een registratieplicht bij de KvK.

Omzetdaling

Binnen de NOW is de omzetdaling als uitgangspunt genomen. Een lagere omzet betekent dat er minder geld beschikbaar is om salarissen te betalen. Meer specifiek moet de omzetdaling van ten minste 20% zich voordoen over een aangesloten periode van drie maanden die start op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020 (meetperiode). De 3 maanden in de meetperiode worden vergeleken met 25% van de omzet in 2019. De omzet over heel 2019 hebben werkgevers voorhanden. Dat sluit immers ook aan bij de jaarrekeningsystematiek. Het is met het oog op een robuuste uitvoering niet mogelijk om achteraf een andere periode vast te stellen; ook omdat niet alle werkgevers de omzet maandelijks bijhouden.

Startende ondernemingen

Startende ondernemingen die op 1 januari 2019 nog niet bestonden, hanteren een andere berekening van de omzetdaling, zodat zij ook een beroep op de regeling kunnen doen. Voor startende ondernemingen geldt dat de omzet in de driemaandsperiode in 2020 (meetperiode) naar rato wordt vergeleken met de omzet vanaf de kalendermaand dat de bedrijfsuitoefening is begonnen.
De gekozen berekeningswijze van de omzetdaling is eenvoudig vast te stellen en goed controleerbaar. Daarin wordt in zekere mate met verschillende factoren rekening gehouden, maar gezien het streven naar eenduidigheid en eenvoud kan geen rekening worden gehouden met alle factoren en bedrijfsspecifieke kenmerken, zoals seizoensinvloeden en groei van ondernemingen. Dit is nodig omdat de regeling een noodmaatregel is die eenvoudig moet zijn om snel grote aantallen aanvragen te kunnen behandelen. Niet na te gaan is hoeveel werkgevers daardoor niet in aanmerking komen voor de NOW of een lager percentage gecompenseerd krijgen. De verwachting is dat negatieve effecten van de gekozen benadering zich met name zullen laten gevoelen in specifieke seizoensgebonden sectoren. Hierdoor kunnen echter ook positieve effecten ontstaan voor andere werkgevers.

Subsidieontvangsten

Eventuele subsidieontvangsten van een onderneming worden inderdaad meegenomen in de omzetbepaling. Dat kan ervoor zorgen dat de omzetdaling, bijvoorbeeld in de culturele sector, gemitigeerd wordt en dat de subsidie waar men op grond van de NOW recht heeft lager wordt.

Loonsom januari 2020

Gekozen is voor de loonsom van januari 2020, omdat deze het meest actueel is en nu vastligt in de polisadministratie. Daarbij is overwogen dat de loonsom van een jaar geleden voor veel bedrijven geen goed beeld geeft als de personeelsomvang door krimp of groei substantieel is gewijzigd. Voor veel bedrijven zal dat het geval zijn. Specifiek met betrekking tot seizoenswerk geldt dat nu bedrijven in bijvoorbeeld de horeca gesloten zijn, het niet aannemelijk is dat zij nu nog tijdelijke arbeidskrachten nieuw in dienst gaan nemen. Door de keuze om de loonsom te baseren op die van januari 2020 stimuleert de NOW om ook oproepkrachten in dienst te houden en te blijven betalen ter hoogte van hun loon in januari 2020. Als de werkgever minder betaalt daalt de loonsom over de maanden maart-april-mei en wordt de subsidie lager vastgesteld.
Uitgangspunt voor de hoogte van de subsidie is de loonsom van januari 2020. Indien de werkgever nadien besluit een aantal contracten niet te verlengen is de loonsom over de maanden maart-april-mei 2020 dus een stuk lager en wordt de subsidie lager vastgesteld.
De loonsom van januari 2020 is leidend voor de vaststelling van de subsidie. Bij de definitieve vaststelling van de subsidie, na afloop van de subsidieperiode, wordt de loonsom van januari 2020 vergeleken met de loonsom van de maanden maart 2020 tot en met mei 2020. Als de loonsom gedaald is, wordt de subsidie ook lager. Bij het vaststellen van de loonsombepaling is geprobeerd zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de actuele loonkosten van een onderneming door het referteniveau te kiezen zo dicht mogelijk bij de huidige periode, maar voordat dat de effecten van de coronacrisis zichtbaar waren. Dat is januari 2020. Deze systematiek houdt in dat geen rekening kan worden gehouden met eventuele cao-loonsverhogingen.

Nieuwe arbeidsovereenkomst

Indien de loonsom over de maanden maart-april-mei lager is dan de loonsom over januari 2020 kan dit leiden tot een lagere subsidievaststelling en wellicht ook tot terugvordering. Indien is toegezegd een contract voor bepaalde tijd te verlengen of om te zetten in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, dan kan de werknemer de werkgever hier aan houden. Er is dan een nieuwe arbeidsovereenkomst tot stand gekomen. Als de werkgever daar vanwege bedrijfseconomische reden op wil terugkomen, dan kan dat met in achtneming van het ontslagrecht. Als de werkgever dat ontslag doorzet dan kan dat een korting op de subsidie van 150% van de loonsom van de betrokken werknemers betekenen. Indien de loonsom in de periode maart-mei 2020 lager is dan in januari 2020, wordt het subsidiebedrag verlaagd met 90% van het verschil in loonsom.

Uitzendbureau

De uitzend- of payrollwerkgever kan, indien hij aan de voorwaarden voldoet, voor zijn eigen werknemers zelf een beroep doen op de NOW, zodat zij deze kunnen doorbetalen. Voor ingeleende krachten, zoals payroll- en uitzendkrachten, geldt dat zij niet mee tellen in de loonsom van het bedrijf waar ze de werkzaamheden verrichten. Zij vallen onder hun payrollbedrijf of uitzendbureau. Ook kan het uitzend- of payrollbedrijf afspraken maken met de inlener over het door laten lopen van hun contract. In dat geval hoeft het payrollbedrijf of uitzendbureau geen beroep te doen op de NOW.

 Directeur-grootaandeelhouder

Het loon van directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) komt inderdaad alleen in aanmerking voor de NOW als de werkgever over dat loon premies afdraagt voor de werknemersverzekeringen. De werkgever dient deze premies af te dragen als het gaat om een werknemer die, op grond van de wet- en regelgeving, verplicht verzekerd is voor de WW, ZW, en/of WIA. De meeste dga’s zijn niet verplicht verzekerd, hebben daarom geen SV-loon, en komen dus niet in aanmerking voor de NOW. Dga’s kunnen vanzelfsprekend wel op een andere manier verzekerd zijn, bijvoorbeeld via een private arbeidsongeschiktheidsverzekering of een vrijwillige verzekering bij UWV. Bij dergelijke verzekeringen is er geen sprake van het SV-loon en draagt de werkgever geen premies werknemersverzekeringen af via de loonaangifte.

Bonussen

Het uitkeren van dividenden of bonussen tijdens een periode waarin tevens een beroep op subsidie van de overheid wordt gedaan, past volgens Koolmees dan ook niet bij elkaar. Tegelijkertijd is er niet voor gekozen deze voorwaarde expliciet in de regeling te stellen. Het controleren of dividenden of bonussen binnen een onderneming zijn uitgekeerd in 2020, zou de regeling minder eenvoudig maken en voor de uitvoering en controle op naleving ingewikkelder.

Ontslagaanvraag

UWV wijst werkgevers via haar website op de NOW, ook op de specifieke website waar ontslagaanvragen kunnen worden ingediend. De werkgever die een ontslagaanvraag overweegt wordt op die manier op de mogelijkheid van het aanvragen van de NOW gewezen en ook op de gevolgen die het voortzetten van een eventuele ontslagaanvraag heeft voor de NOW subsidie. Ook zal UWV proberen telefonisch contact te krijgen met alle werkgevers die sinds 1 maart een ontslagaanvraag om bedrijfseconomische redenen hebben ingediend en die de komende maanden een dergelijke ontslagaanvraag indienen.
UWV zal deze werkgevers, als zij hen bereiken, ook telefonisch wijzen op de mogelijkheid van de NOW en gelegenheid bieden de ingediende ontslagaanvraag alsnog in te trekken. Op deze wijze wordt zoveel mogelijk gewaarborgd dat de werkgever op de hoogte is van de NOW en dat onnodige ontslagaanvragen worden voorkomen.

Wederindiensttredingsvoorwaarde

De wederindiensttredingsvoorwaarde verplicht werkgevers al om werknemers, met wie zij het dienstverband wegens bedrijfseconomische redenen hebben opgezegd, werkzaamheden aan te bieden als zij binnen 26 weken weer iemand in dienst nemen voor diezelfde werkzaamheden. De werkgever moet deze werkzaamheden als eerste aan zijn voormalig werknemer aanbieden onder de gebruikelijke voorwaarden.

Geen minimum aantal uren

Ongeacht het aantal uren waarvoor een werknemer in dienst is, kan de werkgever een beroep op de NOW doen. Dat betekent dat, wanneer de werkgever deze werknemers in dienst houdt, ze ook loon blijven ontvangen voor het aantal uren waarop ze in dienst zijn.

Doorbetalen niet verplicht

Er is niet gekozen voor het opnemen van een bepaling dat het loon van de werknemers met een flexibel contract verplicht doorbetaald moet worden. In deze uitzonderlijke omstandigheden is ervoor gekozen om alleen verplichtingen op te leggen die strikt noodzakelijk zijn, en te voorkomen dat werkgevers door aanvullende verplichtingen in de problemen komen met hun bedrijfsvoering.

Geen verbod op ontslag

Een verbod op ontslag miskent ook dat een werkgever in bepaalde gevallen toch niet anders kan dan contracten van flexibele werknemers niet te verlengen om zijn onderneming levensvatbaar te houden, nog los van het feit dat er ook andere, niet aan corona gerelateerde redenen kunnen zijn om toch afscheid te moeten nemen van vaste en/of tijdelijke werknemers. Er wordt een beroep op de betrokken werkgevers gedaan om werknemers zoveel mogelijk in dienst te houden, maar er is begrip voor werkgevers die hierin een andere afweging moeten maken om hun bedrijf in stand te kunnen houden.

Tweemaal maximumdagloon

De NOW is een subsidieregeling om werkgevers tegemoet te komen in hun loonkosten met het doel behoud van werkgelegenheid. Als gekozen zou worden voor éénmaal het maximumdagloon zou in te veel gevallen de subsidie beperkt moeten worden waardoor het twijfelachtig is of werkgevers er wel voldoende mee geholpen zijn en hun personeel kunnen behouden. Met een grens van tweemaal het maximumdagloon worden de meeste salarissen volledig meegewogen in de loonsom.

Faillissement

Bij faillissement van ondernemingen waarvoor geldt dat nog een terugvordering van NOW-subsidie aan de orde is, zal de subsidie uit de boedel van de gefailleerde onderneming gevorderd moeten worden. De kans is reëel dat de boedel onvoldoende is om de terugvordering te realiseren.

Ook voor grote bedrijven

De NOW is gericht op het behoud van werkgelegenheid in alle bedrijven, ongeacht hun grootte. Ook grote bedrijven kunnen met een forse omzetdaling te maken krijgen. Deze bedrijven hebben dan ook recht op gebruik van de NOW om hun werknemers in dienst te kunnen houden. Bovendien zou het mee laten wegen van het aspect of een bedrijf over voldoende reserve beschikt de regeling en de uitvoering compliceren wat afbreuk zou doen aan de wens om bedrijven snel tegemoet te komen. Het kabinet heeft wel de oproep gedaan om alleen gebruik te maken van het financiële noodpakket indien daar een financiële noodzaak toe bestaat.

Ontslag

Er wordt op werkgevers een moreel appèl gedaan zoveel mogelijk werkgelegenheid te behouden. Er is echter niet voor gekozen om ontslag geheel uit te sluiten als een werkgever een NOW subsidie heeft aangevraagd. De reden daarvoor is dat ontslag toch noodzakelijk kan zijn omdat de financiële situatie ondanks de NOW veel slechter blijkt te zijn dan voorzien. Een werkgever zal in zo’n geval een afweging moeten maken en het kan niet worden uitgesloten dat, ondanks de korting op de NOW, ontslag de meest rationele keuze is voor een bedrijf. De NOW maakt ontslag niet onmogelijk.
In de ontslagprocedure moet de werkgever wel kunnen onderbouwen waarom de NOW geen of onvoldoende soelaas biedt en waarom (ondanks de al dan niet aangevraagde) NOW, ontslag toch noodzakelijk is. Als de werkgever dit niet voldoende aannemelijk kan maken wijst UWV de ontslagaanvraag af. Bovendien leidt het doen van de ontslagaanvraag tot een aanzienlijk lagere NOW subsidie. Gevraagd wordt waarom behoud van alle banen niet als voorwaarde voor de NOW is gesteld.

Opslag van 30 procent

De subsidie van 90% (gerelateerd aan de omzetdaling) is een tegemoetkoming in de loonkosten, die zijn opgehoogd met een forfaitaire opslag van 30%. Deze opslag betreft onder andere werkgeverspremies en werknemersbijdragen aan pensioen, en de opbouw van vakantiebijslag. Voor deze werkwijze is gekozen omwille van de uitvoerbaarheid door UWV. De hoogte van de pensioenpremies en premies werknemersverzekeringen verschillen per bedrijfstak en per werkgever.

Vakantiedagen

Werkgevers verplichten zich ertoe om gedurende de tijd waarvoor NOW-subsidie wordt verstrekt geen verzoek om ontslag wegens bedrijfseconomische redenen bij UWV in te dienen. Los hiervan staat de vraag hoe de werkgever omgaat met de gevolgen van het wegvallen van bedrijvigheid voor de personeelsinzet. In de cao of het bedrijfsreglement van een onderneming kan geregeld zijn dat er collectieve vakantie-afspraken gelden, bijvoorbeeld in het onderwijs en de bouw). In de individuele arbeidsovereenkomst met de werknemer is doorgaans vastgelegd wat de arbeidsduur van die werknemer is.

Wettelijke vakantiedagen

Afhankelijk van wat daar afgesproken is, kan de werkgever de mogelijkheid hebben om zijn werknemer te verzoeken om verlofdagen op te nemen in de periode van verminderde bedrijvigheid wegens de uitbraak van het coronavirus. Het is echter in de regel aan de werknemer om te bepalen wanneer hij zijn verlof wil genieten. De werkgever mag dan dus geen ‘dwang’ uitoefenen. Dit geldt voor de wettelijke minimumvakantiedagen. Ten aanzien van de bovenwettelijke vakantiedagen kan dit anders liggen, afhankelijk van wat bij cao, bedrijfsreglement of schriftelijke overeenkomst is afgesproken.
Overigens wordt het loon tijdens de (minimum)vakantiedagen doorbetaald. De werkgever behaalt dus geen extra voordeel als in de periode waarover NOW-subsidie wordt verkregen zijn werknemers vakantie opnemen. Wel heeft hij het voordeel dat als de werkgelegenheid op een gegeven moment weer aantrekt, hij minder te maken heeft met personeel dat dan verlof geniet. Eenzelfde lijn geldt ten aanzien van het opnemen van minuren.

Minuren

Minuren betekent dat de werknemer nu minder uren werkt om deze op een later moment in te halen door extra uren te werken. Dit is mogelijk op basis van vrijwilligheid, mits de uren blijven binnen de grenzen die de Arbeidstijdenwet stelt en de afspraak in overeenstemming is met bijvoorbeeld het bepaalde in de van toepassing zijnde cao, het bedrijfsreglement en de individuele arbeidsovereenkomst.

 Maatwerk niet mogelijk

Er moet in deze crisis snel gehandeld worden. Hierdoor is een robuuste en eenvoudig uitvoerbare NOW noodzakelijk. Hoewel de minister de roep om maatwerk begrijpt, is dat in deze crisis waarin vooral snel gehandeld moet worden een benadering die gewoonweg niet mogelijk is. Wel is gepoogd een klein aantal veel voorkomende omstandigheden te ondervangen als dit gelet op het karakter van de regeling (een noodmaatregel) mogelijk is.

Geen omzet over heel 2019

Daarom is rekening gehouden met ondernemingen die nog geen omzet over het hele jaar 2019 hebben gehad. Zij mogen voor de bepaling van het referte-niveau van de omzet terugkijken over het aantal hele maanden waarin omzet gemaakt is tot en met februari 2020 en deze delen door het aantal hele maanden waarin omzet is gemaakt maal.

Actuele loonkosten

Daarnaast is voor de loonsombepaling geprobeerd zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de actuele loonkosten van een onderneming door het referte-niveau te kiezen zo dicht mogelijk bij de huidige periode, maar voordat dat de effecten van de coronacrisis in de werkgelegenheid zichtbaar waren (januari).

Latere meetperiode
Ook is ervoor gekozen dat ondernemingen die verwachten dat hun omzetdaling met vertraging zichtbaar is, ook een latere meetperiode van 3 aaneengesloten maanden mogen kiezen om de verwachte omzetdaling aan te geven.

Mogelijke verlenging

De NOW staat open voor omzetverlies beginnend in de maanden maart, april of mei 2020. Dit is nu de periode waarin het land getroffen wordt door het coronavirus en waarover de vergaande maatregelen van de overheid ter bescherming van de volksgezondheid zich uitstrekken en waarin ook anderszins de gevolgen van de uitbraak van het virus ingrijpen in het dagelijks leven. Daarbij is aangegeven dat een verlenging van de regeling met drie maanden tot de mogelijkheden behoort. De verlenging zou dan een tegemoetkoming betreffen voor de loonkosten in de maanden juni, juli en augustus 2020.

Ook voor kerken e.d.

Bevestigd kan worden dat de NOW ook geldt voor niet-ondernemingen zoals kerken en ander maatschappelijke organisaties die werkgever zijn. Zij moeten dan wel te maken hebben met een omzetdaling van ten minste 20% ten opzichte van de omzet die in 2019 is behaald op driemaandsbasis. Relevant voor dergelijke organisaties is dat bijvoorbeeld ook subsidies en giften als element van de omzet worden beschouwd.

Elke omzetdaling telt mee

Iedere omzetdaling van 20% of meer in een gekozen omzetperiode (maart t/m mei, april t/m juni of mei t/m juli 2020) komt in aanmerking voor de subsidie op grond van de NOW. Ook bedrijven die wel door mogen werken, maar toch omzetverlies lijden door het coronavirus, kunnen een beroep doen op de NOW.

Arbeidsbeperkten

De werkgever kan NOW-subsidie aanvragen voor werknemers met een arbeidsbeperking die vanuit de Participatiewet zijn geplaatst.

Na-ijleffect

Met de berekening van omzetdaling is al rekening gehouden dat het mogelijk is dat er sprake is van een ‘na-ijleffect’, omdat een terugval in de vraag of productie niet altijd onmiddellijk in een terugvallende omzet tot uitdrukking komt. Vanwege dit na-ijleffect biedt de regeling werkgevers al flexibiliteit bij het kiezen van de meetperiode waarover de omzetdaling zich moet voordoen. Zeker in specifieke sectoren van de economie kan de omzetdaling later inzetten dan het verlies van economische activiteit. Door deze flexibiliteit te bieden, wordt het voor meer werkgevers mogelijk gemaakt om aan het omzetcriterium voor toegang tot de regeling te voldoen.

Werkgevers kunnen kiezen of zij de omzetdaling berekenen over de meetperiode startend op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020. Het moet daarbij altijd om een aaneensluitende periode van drie maanden gaan. Dit betekent dat met veel van de situaties al rekening is gehouden in de regeling. Voor verder maatwerk biedt de regeling geen ruimte.

Omzetbepaling in jaarrekening

De basis van de regeling is dat voor het omzetcriterium moet worden gekeken naar de omzet en baten zoals deze eerder door de ondernemer zijn gehanteerd. Dit zal in veel gevallen de omzetbepaling in de jaarrekening zijn, die consistent moet zijn met de grondslagen en detailtoepassingen zoals deze door de werkgever zijn gehanteerd in de laatste voor 1 maart 2020 vastgestelde jaarrekening.
Kleine ondernemingen die geen jaarrekening maken mogen uitgaan van hun omzet in de zin van de Wet op de Inkomstenbelasting. Of vouchers, waardebonnen en andere soortgelijke middelen als omzet gelden in deze periode, is dus afhankelijk hoe en wanneer een ondernemer dit regulier in zijn administratie verwerkt en de daaraan gekoppelde regelgeving. Veelal wordt de waarde van de voucher pas als omzet geboekt in de periode waarin de onderneming de prestatie heeft geleverd, ongeacht de vraag of dat in die periode heeft geleid tot ontvangst van de geldmiddelen.

Geen ruimte voor specifieke kenmerken

De regeling is bedoeld voor een zeer groot aantal ondernemers. Dit grote aantal kent een grote diversiteit in soorten, samenstellingen en sectoren van bedrijven. Deze elementen maken dat er niet altijd ruimte is om volledig rekening te houden met bedrijfsspecifieke kenmerken of gedetailleerde voorwaarden te stellen, bijvoorbeeld met hele specifieke methodes voor bedrijven die groeien, of andere specifieke kenmerken hebben. De NOW is gericht op een tegemoetkoming in de loonkosten van werknemers in dienst bij de werkgever. De werkgever wordt hiermee geholpen zijn werknemers in dienst te houden en zijn bedrijf zo te continueren. Het introduceren van alternatieve graadmeters om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming op grond van de NOW zou het robuuste en eenvoudige karakter van de regeling gemakkelijk ondergraven.

Niet voor ondernemers zelf

Als de vof werknemers in dienst heeft, kan voor deze werknemers NOW subsidie worden aangevraagd. De subsidie is dus niet gericht op tegemoetkoming van ondernemers, zoals de vennoten in een vof. Voor ondernemers staan andere regelingen open, zoals de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo).

 

Geef een antwoord