Vanaf 6 juli 2020 kunt u de nieuwe NOW 2.0 subsidie aanvragen bij het UWV. Met deze regeling komen de loonkosten van de maanden juni, juli, augustus en september in aanmerking voor een tegemoetkoming. Daarmee kunt u een deel van de loonkosten langer gecompenseerd krijgen door de overheid, mits u voldoet aan de subsidievoorwaarden. Dat betekent dat nog steeds minimaal 20% van de omzet (in vergelijking met 2019) moet zijn weggevallen. De omzetdaling die hierbij van belang is, wordt berekend over een periode van 4 maanden, te beginnen op 1 juni, 1 juli of 1 augustus 2020. Een belangrijke nieuwe voorwaarde is dat de NOW 2.0 wel precies op de NOW 1.0 periode moet aansluiten, indien die ook is aangevraagd.
Wijziging referentiemaand loonkosten
In plaats van januari 2020, wordt nu maart 2020 genomen als referentiemaand voor de loonkosten. Wellicht pakt dat voor u gunstiger uit, omdat de wintermaanden traditioneel rustiger zijn en de loonkosten in januari 2020 meestal lager zijn dan in maart 2020. Ook als u na januari 2020 nog mensen heeft aangenomen wordt de hogere loonsom van maart 2020 dus meegenomen voor de subsidie.
Hogere factor werkgeverslasten
Het opslagpercentage voor de werkgeverslasten wordt verhoogd van 30% naar 40% bij de NOW 2.0. Daarmee wordt er nu ook een bijdrage geleverd aan andere kosten dan de loonkosten, zoals de vaste overheadkosten rondom werknemers. De formule voor het berekenen van de hoogte van de subsidie wordt dan:
Loonkosten maart 2020 X 3 maanden X 40% (opslagpercentage werkgeverslasten) X (percentage omzetdaling bijv.) 50% X 90% (subsidiepercentage) = Totaal bedrag. Het voorschot is 80% van dit totale bedrag.
Geen dividend geen bonussen
Gaat u gebruik maken van de NOW 2.0 dan mag u over de winst van 2020 geen dividend uitkeren of bonussen uitdelen. Daarnaast is ook de inkoop van eigen aandelen over 2020 niet toegestaan. Dit wordt namelijk gezien als een verkapte vorm van winstuitdeling.
Accountantsverklaring omtrent omzetdaling
Soms is een accountantsverklaring omtrent het omzetdalingspercentage vooraf vereist, bijvoorbeeld wanneer berekend is dat het ontvangen voorschot meer zal bedragen dan € 100.000. De verklaring kan ook achteraf nodig zijn in de situatie dat vooraf berekend is dat het voorschot onder de € 100.000 zou blijven, maar dat achteraf aan het einde van de NOW periode toch blijkt dat het voorschot de € 125.000 te boven gaat.
Planning aanvraag subsidievaststelling en accountantsverklaring
De subsidievaststelling kan pas worden gedaan vanaf 7 september 2020. De aanvraag moet in principe gedaan worden binnen een termijn van 38 weken na afloop van het gekozen omzettijdvak bij aanvragen waarvoor een accountantsverklaring is vereist. Zonder verklaring is dat 24 weken. Door verlenging van de aanvraagtermijn kan de accountantsverklaring voor de NOW veelal ook met de reguliere jaarrekeningcontrole meelopen, hetgeen efficiënter en effectiever is.
Drempel voor de derdenverklaring
Wanneer u geen accountantsverklaring nodig heeft, maar wel een definitieve subsidie ontvangt die hoger ligt dan € 25.000, dan is er nog steeds een derdenverklaring omtrent het opgegeven omzetdalingspercentage nodig.
Geen verklaring, tóch controle
Alleen onder de € 25.000 hoeft er geen nacontrole plaats te vinden en hoeft u dus ook geen derdenverklaring te overleggen. Dit betekent echter niet dat er geen controle plaatsvindt door het Ministerie. U bent als werkgever verantwoordelijk voor alle informatie die u heeft verstrekt. Dat betekent dat u met betrekking tot de omzet en de loonsom een zodanig controleerbare administratie moet beheren, dat achteraf gecontroleerd kan worden of een subsidie terecht is verstrekt. Ook heeft u de verplichting onverwijld melding te doen, indien duidelijk is dat u niet langer aan de vereisten voor subsidieverlening voldoet. Bijvoorbeeld in het geval dat zich een omzetvermindering toch niet voordoet door een meevaller.
Wijziging ontslagboete
Als u gebruik maakt van NOW 2.0 en in dit tijdvak om bedrijfseconomisch redenen ontslag aanvraagt voor één of meerdere medewerkers, dan wordt de subsidie bij de vaststelling niet meer voor 150% maar voor 100% gecorrigeerd met de hoogte van de maximaal te vergoeden loonsom van deze werknemer(s) vermeerderd met de forfaitaire opslag (40%) over 3(!) maanden.
Het vreemde is overigens dat in deze formule uitgegaan wordt van 3 maanden in plaats van 4 maanden (NOW 2.0 periode). Het wordt dus:
Loon werknemer X 3 (maanden) X 1,4 (forfaitaire opslag) X 90% (subsidiepercentage).
100% aftrek kan nog steeds nadelig uitpakken
Hieronder twee rekenvoorbeelden waaruit dat blijkt:
Rekenvoorbeeld 1: Situatie 100% omzetdaling
Een bedrijf met 3 werknemers met ieder een loonsom van € 1.000 per maand lijdt een omzetdaling van 100%. Het bedrijf doet een subsidieaanvraag voor de NOW 2.0 regeling.
De subsidie moet als volgt worden berekend:
100% (omzetdaling) X 90% (subsidiepercentage) X € 3.000 (totale loonsom maart) X 4 (maanden) X 140% (forfaitaire opslag) = € 15.120.
Dat komt neer op (100% X 90% X € 1.000 X 4 X 140% =) € 5.040 subsidie per werknemer.
Om op de lange termijn kosten te besparen krijgt 1 werknemer bedrijfseconomisch ontslag. Dat komt er als volgt uit te zien:
€1.000 (individuele loonsom) X 3 (maanden) X 1,4 (forfaitaire opslag) X 0,9 (subsidiepercentage) = €3.780
Dit bedrag moet in mindering gebracht worden op de subsidie. €15.120 -/- €3.780 = € 11.340. Oftewel 25% minder. De werkgever krijgt voor deze werknemer dus onder de streep nog (€ 5.040 -/- € 3.780=) € 1.260 subsidie.
Rekenvoorbeeld 2: Situatie 50% omzetdaling
Hetzelfde bedrijf lijdt nu een omzetdaling van 50%. Het bedrijf doet wederom een subsidieaanvraag voor de NOW 2.0 regeling.
De subsidie moet nu als volgt worden berekend:
50% (omzetdaling) X 90% (subsidiepercentage) X € 3.000 (totale loonsom maart) X 4 (maanden) X 140% (forfaitaire opslag) = € 7.560.
Dat komt neer op (50% X 90% X 1.000 X 4 X 140%) = € 2.520 subsidie per werknemer.
Ook hier krijgt 1 werknemer bedrijfseconomisch ontslag. Dan wordt de subsidie bij de vaststelling voor 100% gecorrigeerd met de hoogte van de loonsom van de werknemers waarvoor ontslag is aangevraagd. Dat komt er als volgt uit te zien:
€1.000 (individuele loonsom) X 3 (maanden) X 1,4 (forfaitaire opslag) X 0,9 (subsidiepercentage) = € 3.780. Hier is duidelijk te zien dat geen rekening wordt gehouden met het percentage omzetdaling.
€ 7.560 -/- €3.780 = .€ 3.780. Dat is het bedrag dat er overblijft van de totale subsidie.
De ontslagen werknemer zou aanvankelijk een subsidie opleveren van €2.520, maar dit wordt dus verminderd met € 3.780, dus levert het uiteindelijk een boete op van € 1.260.